- 1. Opstand uit geprofileerde staalplaten (dikte = 2 mm)
- 2. Geprofileerde staalplaten
- 3. Dampscherm (zie TV 215, hoofdstuk 6)
- 4. Thermische isolatie (waarvan de dikte afgestemd dient te worden op de geldende thermische regelgeving)
- 5. Dakafdichting
- 6. Randstrook, bij voorkeur verlijmd tegen de opkant
- 7. Voegisolatie (soepele mat uit minerale wol waarvan de nominale dikte overeenstemt met het dubbel van de voegbreedte)
- 8. Metaalfolieplaat
- 9. Kimfixatie (indien nodig, zie TV 244, § 5.4)
De noodzaak van een kimfixatie bij een plastomere afdichting is afhankelijk van de drie volgende factoren:
- de plaatsingswijze van de afdichting in het dakvlak
- de afwerking van de dakopstanden
- het feit of de afdichting al dan niet gewapend is.
Voor meer informatie hieromtrent verwijzen we naar TV 244, hoofdstuk 5 "Opstanden".
Bij bepaalde plastomeertypes dient men tussen de afdichting en een niet-gecacheerde EPS- of PUR-dakisolatie een scheidingslaag aan te brengen om te vermijden dat de weekmakers uit de dakafdichting zouden migreren (zie technische specificaties van de fabrikanten).