Het meten van de algemene of plaatselijke vlakheid

Terug naar : meetmethoden

Deze meetmethode laat toe om de algemene of de plaatselijke vlakheid van een gegeven oppervlak te controleren. Hierbij is de algemene vlakheidsafwijking het verschil tussen de echte vorm van het oppervlak en die van een vlak oppervlak. De plaatselijke vlakheidsafwijking wordt gedefinieerd als het verschil tussen een gegeven lijn en een rechte lijn.

Meetmethode

Om de vlakheid van een oppervlak te controleren, kan men gebruikmaken van een rechte, stijve lat met een vastgelegde lengte (≤ 3 m) die aan de uiteinden voorzien is van twee vaste blokjes met een dikte, gelijk aan de tolerantie (Y). Men kan ook een touw spannen over twee stelblokjes met dikte Y. De meting (X) wordt gedaan met een lat of een derde los blokje (meetwig) waarvan de dikte gelijk is aan tweemaal de tolerantie.

De afwijking (X-Y) is een indicatie voor de vlakheid.

Het principe van het controleren van de vlakheid van een oppervlak.
Controle van de vlakheid van een oppervlak.

De vlakheid van een muur uit metselwerk wordt gemeten met een lat van 2 m
Vlakheidsmeting van een muur onder de lat van 2 m.

De vlakheid van een plafond wordt gemeten met een lat van 2 m
Lokale vlakheidsmeting van een plafond onder de lat van 0,2m

Interpretatie van de resultaten

Men plaatst de lat met de twee vaste blokjes op het te controleren oppervlak:

  • geval 1: één vast blokje en een punt van de lat raken het oppervlak, terwijl het tweede vaste blokje niet meer steunt op het oppervlak. De vlakheid valt buiten de toleranties
  • geval 2: de twee vaste blokjes steunen op het oppervlak, terwijl de lat er niet mee in contact komt. Het losse blokje gaat niet onder de lat door. De vlakheid valt binnen de toleranties
  • geval 3: de twee vaste blokjes steunen op het oppervlak, terwijl de lat er niet mee in contact komt. Het losse blokje gaat onder de lat door. De vlakheid buiten de toleranties.

De vlakheid van een betonnen vloer wordt gemeten met een lat van 2 m. De vlakheid is hier buiten tolerantie aangezien het eindpunt van de lat de grond niet meer raakt.
Resultaat vlakheidsmeting van een vloer onder de lat van 2m: vlakheid valt buiten de tolerantie.

Een weergave van het principe van het controleren van de vlakheid van een oppervlak.

Geval 1: Vlakheid buiten de toleranties
Geval 2: Vlakheid buiten de toleranties
Geval 3: Vlakheid binnen de toleranties

  1. Blokje met een dikte gelijk aan de tolerantie
  2. Lat van 0,2 m of 2 m lang
  3. Los blokje (dikte gelijk aan tweemaal de tolerantie)

Controle van de vlakheid van een oppervlak.

Opmerkingen

De definities van algemene en plaatselijke vlakheid uit de NBN ISO 7976-1 zijn veelal afwijkend van deze die gehanteerd worden in de Technische Voorlichtingen van Buildwise.

In sommige gevallen wordt de meetmethode uitgebreid met aanbevelingen voor het te meten raster.

De vlakheid wordt steeds nagezien per afzonderlijke ruimte en, behoudens andere voorschriften, op minstens 20 cm afstand van de muren of van andere hindernissen.

Gerelateerde publicaties