Hoe kan men het lawaai verminderen dat veroorzaakt wordt door watertransport in een gebouw (via leidingen die al dan niet onder druk staan)?

Vakgebied

Terug naar : faq

Om de lawaaihinder van watertoevoerinstallaties in een gebouw te beperken, moet men rekening houden met de ligging van de waterleidingen in het gebouw, de watersnelheid in de leidingen, de waterdruk ter hoogte van de tappunten, de krommingsstraal (ter hoogte van richtingsveranderingen), de eventuele kranen met snelle sluiting (verhogen het risico op waterslag), het type bevestiging dat gebruikt wordt om de leidingen aan de wand te bevestigen, de uitzettingsmogelijkheden van de warmwaterleidingen.

Wat de impact van de afvoerleidingen betreft, dient men de nodige aandacht te besteden aan de positie van de technische schachten in het gebouw, het tracé van de installatie (aantal richtingsveranderingen), de keuze van de leidingen (materiaal en diameter) en hun mechanische bevestigingen, de opbouw van de wanden van de technische schacht, het type en de dikte van het akoestische-isolatiemateriaal dat gebruikt wordt voor de bekleding van de schacht.

Bijkomende informatie in onze publicaties:

  • Buildwise-Dossiers 2015/03.16: Richtlijnen ter beperking van het lawaai in watertoevoerinstallaties.

    Dit artikel geeft een overzicht van enkele ontwerp- en uitvoeringsrichtlijnen die het lawaai in watertoevoerinstallaties kunnen beperken.

  • Buildwise-Dossiers 2016/03.14: Lawaai van waterafvoerleidingen.

    In dit artikel wordt er gekeken naar het effect van verschillende ontwerpparameters op het lawaai van waterafvoerinstallaties.