Welke afstand moet men voorzien tussen twee naast elkaar gelegen rookgasafvoeruitmondingen van condensatieketels (Pn < 70 kW)?

Volgens de huidige richtlijnen (NBN/DTD B 61-002, bijlage I en NBN D 51-003, bijlage G) moet deze afstand in principe 60 cm zijn. In de realiteit blijkt deze afstand nochtans niet echt noodzakelijk. 

Omdat er bij een verbrandingsluchttoevoeropening een nadelige invloed kan bestaan door de recirculatie van de rookgassen, is de afstand tot een rookgasafvoeruitmonding in dit geval wel belangrijk. Zo moet de afvoeropening altijd minimaal 0,3 m hoger gelegen zijn dan de toevoeropening. 

In de praktijk worden deze afstanden voornamelijk bepaald door de vereiste luchtkwaliteit. Advies vragen aan de fabrikant van de ketels is dus aan te raden. Men kan ook gebruikmaken van meervoudige/gecombineerde uitmondingen. Dergelijke uitmondingen worden normaal gezien getest door de fabrikanten om na te gaan welke invloed er te verwachten is ten gevolge van de windwerking en eventuele recirculatie. 

Onderaan deze pagina vind je de veelgestelde vragen terug. Ontdek ook onze vakgebiedpagina over 'Verwarming en klimaatregeling'.