De norm ISO 16814:2008 specifieert methodieken om de kwaliteit van de binnenlucht (IAQ) uit te drukken in gebouwen die geschikt zijn voor personen om er in te verblijven. Het document behandelt ventilatie en luchtreiniging.

Algemene aanpak voor het uitdrukken van IAQ

De mens stelt twee basisvereisten op het gebied van IAQ: het risico van schadelijke gezondheidseffecten door het inademen van de lucht moet laag zijn en de lucht moet qua comfort als aanvaardbaar worden ervaren. Aan deze twee eisen zijn twee directe methoden verbonden om de IAQ uit te drukken. De derde mogelijkheid is een indirecte methode op basis van de snelheid waarmee de lucht ververst wordt.

Voor IAQ zijn de twee belangrijkste ontwerpcriteria:

  • gezondheid (het optreden van identificeerbare ziekten en niet-specifieke symptomen);
  • comfort (of waargenomen IAQ of "aanvaardbaarheid").

Een derde, tot dusver weinig gebruikt ontwerpcriterium is :

  • menselijke prestaties (bij het leren of werken, het leveren van sportieve prestaties, enz.).

Het bepalen van een IAQ-streefniveau vereist het vastleggen van IAQ-criteria die als richtsnoer zullen dienen. Hierbij wordt bepaald of het streefniveau rekening houdt met de gezondheid of het comfort van geschikte of ongeschikte personen.

Om een IAQ-streefniveau te kiezen moet een methode worden gekozen om de IAQ uit te drukken:

  • Directe expressie van IAQ
  • Indirecte uitdrukking gebaseerd op luchtverversingssnelheid (of luchtstroom).

Uitdrukken van IAQ op basis van de luchtverversingssnelheid

In verschillende normen worden verschillende methoden gegeven om de juiste luchtverversingsgraad voor het comfort te bepalen.

Aanwezige personen produceren CO2, waterdamp en verontreinigende stoffen, waaronder fijnstof, biologische aërosolen en VOC's (vluchtige organische stoffen). De hoeveelheid bio-effluenten die door mensen wordt gegenereerd varieert naar gelang van hun activiteit en hun leeftijd. Enige aanpassing aan bio-effluenten vindt plaats tijdens de bezetting van een ruimte. De streefconcentratie voor comfort is gewoonlijk gebaseerd op CO2 als indicator van menselijke bio-effluenten.

Zo geven de norm NBN EN 16798-1 (2019) en het technisch rapport CEN/TR 16798-2 (2019) de volgende vier niveaus (van meest aanvaardbaar tot minst aanvaardbaar) van typische specificaties voor CO2-concentraties boven het buitenniveau1, voor mensen die niet geschikt zijn voor een niet-residentieel gebouw (kantoor, restaurant, klaslokaal...). Deze documenten geven ook de overeenkomstige basisventilatietarieven:

QAII Hoge kwaliteit 550 ppm 36 m³/u per persoon
QAIII Middelmatige kwaliteit 800 ppm 25 m³/u per persoon
QAIIII Matige kwaliteit 1350 ppm 14 m³/u per persoon
QAIIV Lage kwaliteit 1350 ppm 9 m³/u per persoon

1: In 2020 bedroeg de atmosferische CO2-concentratie gemiddeld 412 ppm (https://indicators.be/nl/i/G13_CO2/Atmosferische_CO2-concentratie).