Muurvoet - muurvoet met verbeterde toegankelijkheid

Terug naar schrijnwerken

Referentienummer:
1337
Publicatiedatum:
01-12-2017
Bouwelementen:
Draagstructuur:

  • 1. Anticapillaire barrière
  • 2. Akoestische isolatie
  • 3. Plasticfolie
  • 4. Cementering of luchtdichtheidsmembraan
  • 5. Membraan met gelaste of gelijmde naden
  • 6. Vochtbestendig, drukvast materiaal
  • 7. Eventuele anticapillaire barrière
  • 8. Spouwdrainering
  • 9. Vochtbestendig isolatiemateriaal
  • 10. Drainering
  • 11. Lijnafwatering (enkel in de deuropening)
  • 1. Anticapillaire barrière
  • 2. Akoestische isolatie
  • 3. Plasticfolie
  • 4. Cementering of luchtdichtheidsmembraan
  • 5. Membraan met gelaste of gelijmde naden
  • 6. Vochtbestendig, drukvast materiaal
  • 7. Eventuele anticapillaire barrière
  • 8. Spouwdrainering
  • 9. Vochtbestendig isolatiemateriaal
  • 10. Drainering
  • 11. Lijnafwatering (enkel in de deuropening)

Indien men uit toegankelijkheidsoverwegingen de dorpelhoogte aan de muurvoet verlaagt, dan neemt het risico op waterinfiltraties toe en dit, zowel via de constructie als via de onderzijde van de deur. Om een optimale toegankelijkheid te waarborgen zonder dat het risico op infiltraties onder de deur overdreven groot wordt, streeft men meestal naar een maximaal hoogteverschil van 20 mm (of wordt er een opeenvolging van meerdere kleine hoogteverschillen tot stand gebracht). Hiertoe dient men het niveau van de buitenverharding/aanaarding rond het gebouw (eventueel enkel ter hoogte van de toegang) te verhogen. Indien het niveau over de gehele gevellengte verlaagd wordt, dan kan de betonnen vloerplaat van het gelijkvloers doorgetrokken worden tot aan de buitenzijde van het buitenspouwblad, zonder dat deze in het zicht komt. Deze oplossing biedt het voordeel dat de hoogte van het ingegraven deel van het buitenspouwblad beperkt wordt.

Vermits de aanhechting van het dichtingsmembraan op de ondergrond niet bestand is tegen waterdruk, dient men, behalve in zeer doorlatende gronden, een drainering te voorzien tegen de gevelvoet. Bepaalde vloeibaar aangebrachte afdichtingsproducten zijn wel bestand tegen een tijdelijke waterdruk, waardoor ze geen bijkomende drainering vereisen. Belangrijk is wel dat de voorschriften van de fabrikant omtrent de uitvoeringsomstandigheden en de voorbereiding van de ondergrond nauwgezet opgevolgd worden.

Verder wordt de buitenverharding bij voorkeur uitgevoerd met een minimale helling van 1,5 % (van de gevel weg).



Gerelateerde bouwdetails

Gerelateerde publicaties