Brandeisen in België
Overzicht
In België zijn er 3 niveaus die verantwoordelijkheid dragen en reglementering uitvaardigen aangaande brand.
- De Federale Regering is bevoegd om de Basisnormen uit te vaardigen die de gemeenschappelijke voorschriften bepalen voor alle categorieën van nieuwe gebouwen, zonder rekening te houden met hun bestemming. De federale overheid heeft ook de brandveiligheid gereglementeerd van werkplaatsen, ziekenhuizen en elektrische installaties.
- De Gewesten en Gemeenschappen zijn bevoegd om specifieke veiligheidsaspecten te reglementeren. Ze vervolledigen de federale reglementering of passen deze aan, zonder echter het veiligheidsniveau te verlagen. Ook voor rusthuizen en hotels werd er een specifieke reglementering uitgevaardigd.
- De gemeentes zijn belast met het afkondigen van de politiereglementen (waaronder deze met betrekking tot brandpreventie). Het college van burgemeesters en schepenen kan voorwaarden toevoegen aan de bouw- of milieuvergunningen. De burgemeester is belast met de controle van de van kracht zijnde wetgeving (tussen de basisnormen).
Deze reglementen (basisnormen, …) zijn bindend (Belgische wetgeving – gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad).Er bestaan tevens Belgische normen gepubliceerd door het NBN (Bureau voor Normalisatie – Bureau de Normalisation). In principe zijn deze normen niet bindend. Toch worden deze gehomologeerde of geregistreerde Belgische normen juridisch gezien beschouwd als regels van de kunst of van goede praktijk.
Het bijgevoegde artikel geeft een overzicht van de brandreglementering en normalisatie met betrekking tot de brandveiligheid van gebouwen in België.
Basisnormen
Naar aanleiding van een aantal rampen (dancing in La Louvière, Innovation in Brussel) en verschillende alleenstaande gevallen, werd de wet van 30 juli 1979 opgesteld. Die wet beoogt de preventie van brand en ontploffing en de verplichte burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering onder diezelfde omstandigheden. Ze omvat dus twee luiken :
- Preventie tegen brand en explosie
- Burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering.
De wet van 30 juli 1979 betreffende de preventie tegen brand en ontploffing en de verplichte burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering onder die omstandigheden heeft geleid tot een gemeenschappelijke basisnorm voor een of meerdere bouwwerken onafhankelijk van de bestemming : het Koninklijk Besluit van 7 juli 1994 "Basisnormen brandpreventie" en zijn wijzigingen (zie onderstaande tabel). Het gaat om een basisreglement dat de minimumvoorwaarden bepaalt waaraan het ontwerp, de bouw en de inrichting van gebouwen moeten voldoen.
Ontwikkeling van de wetgeving
4 april 1982
|
KB met de algemene bepalingen van de norm NBN 713-010 inzake brandbescherming in hoge gebouwen. |
7 juli 1994
|
KB tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen. |
4 april 1996
|
KB tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 juli 1994 met tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen. |
18 december 1996
|
KB tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 juli 1994 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen. |
19 december 1997 |
KB tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 juli 1994 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan nieuwe gebouwen moeten voldoen. Wijziging van de bijlagen 1 tot 5. Schrapping van artikel 6 Bijlage 1 : terminologieBijlage 2 : lage gebouwen Bijlage 3 : middelhoge gebouwen Bijlage 4 : hoge gebouwen Bijlage 5 : brandreactie van materialen |
4 april 2003 |
KB tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 juli 1994 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan nieuwe gebouwen moeten voldoen. Wijziging betreffende de eisen voor liften en dakbedekkingen. |
13 juni 2007
|
KB tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 juli 1994 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan nieuwe gebouwen moeten voldoen. Wijziging betreffende de brandweerstand en brandwerende deuren. |
1 maart 2009
|
KB tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 juli 1994 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan nieuwe gebouwen moeten voldoen.Bijlage 6 industriële gebouwen. |
12 juli 2012
|
Koninklijkbesluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 juli 1994 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen. Belangrijke aanpassingen. |
7 december 2016 |
Koninklijkbesluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 juli 1994 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen. |
2022 |
Koninklijkbesluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 juli 1994 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen. |
In België is de federale overheid bevoegd om deze basisnormen uit te vaardigen. In feite zijn het geen normen maar wetten die dus bindend zijn. De basisnormen zijn van toepassing op alle nieuwe gebouwen. Renovatie maakt geen deel meer uit van het toepassingsgebied van de basisnormen sinds de wijziging van 04/04/2003.
De basisnormen zijn echter niet van toepassing op
- eengezinswoningen
- lage gebouwen met een oppervlakte ≤ 100 m² en met maximaal 2 verdiepingen
Indien het onmogelijk is om aan een of meerdere specificaties van de bijlagen van de Basisnormen te voldoen, dan kan de FOD Binnenlandse Zaken afwijkingen verlenen volgens artikel 4 van het KB van 07.07.1994. De alternatieve oplossingen moeten een veiligheidsniveau bieden dat ten minste gelijkwaardig is aan dat vereist door de voorschriften voor dewelke de afwijking werd gevraagd.
Het basisreglement bepaalt de minimumvoorwaarden waaraan het ontwerp, de bouw en de inrichting van nieuwe gebouwen moeten voldoen om
- het ontstaan, de ontwikkeling en de uitbreiding van een brand te voorkomen
- de veiligheid van personen te verzekeren
- de tussenkomst van de brandweer te vergemakkelijken.
Naargelang de hoogte onderscheidt men:
- Lage gebouwen (LG) met een hoogte h kleiner dan 10 m (bijlage 2 en 2/1 van het KB);
- Middelhoge gebouwen (MG) met een hoogte begrepen tussen 10 en 25 m (bijlage 3 en 3/1 van het KB);
- Hoge gebouwen (HG) met een hoogte van meer dan 25 m (bijlage 4 en 4/1 van het KB).
h is de hoogte van een gebouw die volgens overeenkomst de afstand is tussen het afgewerkte vloerpeil van de hoogste verdieping en het laagste niveau van de wegen rond het gebouw die bruikbaar zijn voor de brandweer. Wanneer het dak uitsluitend technische lokalen bevat, wordt er geen rekening mee gehouden in de berekening van de hoogte. De FOD Binnenlandse Zaken heeft een interpretatie omtrent de gebouwhoogte gepubliceerd.
De basisnormen zijn verdeeld over 7 bijlagen:
- Terminologie
- Lage gebouwen
- Middelhoge gebouwen
- Hoge gebouwen
- Reactie bij brand van de materialen
- Industriële gebouwen
- Algemene bepalingen
De Bijlage 1, Terminologie die algemeen is en betrekking heeft op thermische en aëraulische uitrustingen, geeft een reeks belangrijke definities.
De Bijlagen 2 (Lage gebouwen), 3 (Middelhoge gebouwen), 4 (Hoge gebouwen) geven de eise weer in functie van de gebouwhoogte. De bijlagen 2/1, 3/1 en 4/1 zijn van toepassing voor nieuwe gebouwen van 1 december 2012. In de drie bijlagen worden de volgende rubrieken behandeld:
- Inplanting en toegangswegen : het sleutelwoord is "toegankelijkheid", zowel intern als extern, voor de brandweer
- Compartimentering en evacuatie : als algemene regel heeft een compartiment een oppervlakte S ≤ 2500 m², met uitzondering van
- parkings
- gebouwen met één bouwlaag (S max = 3500m² en L max = 90m)
- gebouwen uitgerust met conforme automatische blusinstallaties en installaties voor rook- en warmteafvoer.
- De hoogte van een compartiment is in principe gelijk aan de hoogte van een verdieping, behalve voor
- parkings
- duplex (twee boven elkaar gelegen niveaus met een binnenverbindingstrap) met een totale oppervlakte S ≤ 2500 m²
- technische lokalen
- atriums (meerdere niveaus) uitgerust met conforme automatische blusinstallaties en installaties voor rook- en warmteafvoer.
De regels betreffende de evacuatie bepalen het aantal en de soort uitgangen per compartiment volgens de bezetting.
- Voorschriften voor sommige bouwelementen : dit thema bepaalt de brandweerstand waaraan structurele elementen, verticale wanden en binnendeuren, vloeren, verlaagde plafonds en gevels moeten voldoen.
- Voorschriften inzake constructie van compartimenten en evacuatieruimten : dit thema behandelt de criteria voor het ontwerp en de brandweerstand van de "communicatiewegen" in het gebouw : verbindingen tussen twee compartimenten, binnen- en buitentrappenhuizen, alsook de vluchtwegen.
- Constructievoorschriften voor sommige lokalen en technische ruimten : in dit hoofdstuk worden voor die speciale lokalen de verschillen inzake de criteria ten overstaan van de voorschriften met betrekking tot een "klassiek" compartiment gegeven.
- Uitrustingen van de gebouwen : criteria betreffende de uitrustingen van gebouwen zoals liften, verlichting, ventilatiesystemen, schoorstenen, alarmsystemen,...
Bijlage 5/1, geeft de eisen weer met betrekking tot de brandreactie van materialen beproefd volgens de Europese classificatiemethode (A1, A2, B, C, D, E en F). Ze zijn van toepassing op de nieuwe gebouwen vanaf 1 december 2012. De eisen zijn functie van de gebouwhoogte, type lokaal, de aanwezigheid van een algemene branddetectie en het type gebruiker:
- Type 1: niet zelfredzaam (ziekenhuis, rustoord, gevangenis,...)
- Type 2: zelfredzaam en slapend (hotel, appartement, ...)
- Type 3: zelfredzaam een wakend (kantoorgebouw, magazijn, school, sporthal, ...)
De eisen voor industrie gebouwen zijn opgenomen in bijlage 6 (zie TV 256 met betrekking tot het ontwerp en uitvoering van industriegebouwen).
In bijlage 7 zijn de eisen opgenomen met betrekking tot de brandwerende doorvoeringen in brandwerende wanden (zie ook TV 254).
Andere reglementen
De Gewesten en Gemeenschappen zijn bevoegd voor de uitvaardiging van andere Besluiten die de basisnormen aanvullen om rekening te houden met het specifieke karakter van bepaalde gebouwen. Dat geldt met name voor volgende reglementering (zie volgende link voor een volledig overzicht).
Anderzijds zijn er nog de Codex Welzijn op het Werk en artikel 52 van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (ARAB) die de basisteksten van de brandreglementering in het kader van de arbeidsovereenkomst vormen. Deze documenten zijn van toepassing op alle bedrijven, de Staat, de provincies, de gemeenten, de openbare instellingen en instellingen van openbaar nut, alsook op het personeel dat er tewerkgesteld is.
De normen
De Belgische normen worden gepubliceerd door het NBN (Bureau voor Normalisatie- Bureau de Normalisation). Uit hoofde van het KB (Koninklijke Besluit) van 30 juli 1976, gewijzigd door het KB van 23 oktober 1986, onderscheidt men gehomologeerde (of bekrachtigde) normen en geregistreerde normen.
- De gehomologeerde normen resulteren uit de unanimiteit van de bevoegde (sub)commissie van het NBN. Die commissie is samengesteld uit vertegenwoordigers van de producenten, openbare besturen, gebruikers en universitaire, wetenschappelijke, technische en commerciële middens die geïnteresseerd zijn in de op te stellen norm.
Dergelijke normen worden eerst opgesteld onder de vorm van een ontwerpnorm die ter kritiek wordt gepubliceerd. Na onderzoek van de geleverde kritiek kan de norm door de koning worden gehomologeerd onder de handtekening van de federale Minister van Economische Zaken. In bepaalde gevallen (eis van de Europese Unie) kan het NBN normen laten homologeren zonder eenparig positief advies van de bevoegde (sub)commissie.
Het Koninklijk Besluit dat de normen homologeert (of een homologatie schrapt) wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. De gehomologeerde normen worden in het Nederlands en Frans gepubliceerd. - De geregistreerde normen zijn het andere alternatief. Het NBN kan ook normen of publicaties registreren van gelijksoortige buitenlandse instellingen of internationale normalisatieorganismen (bijvoorbeeld ISO of CEN). In principe is de registratie gebaseerd op een consensus van de bevoegde NBN-commissie (samengesteld zoals voor de homologatie). Het NBN kan echter ook tot registratie overgaan zonder die toestemming, indien het niet-registreren tegen de onderschreven verbintenissen zou indruisen.
De registratie (of de schrapping van een registratie) van normen wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. De geregistreerde normen worden door het NBN gepubliceerd met een tweetalig schutblad met de initiële technische inhoud van het document in het Engels, Frans en/of Duits naargelang de beschikbare versies.
In principe zijn de normen niet bindend. Niettemin worden de gehomologeerde of geregistreerde Belgische normen juridisch beschouwd als de regels van de kunst of de goede praktijk. De naleving ervan levert een vermoeden van technische kwaliteit op, terwijl het feit dat ervan afgeweken wordt een technische rechtvaardiging op basis van proeven of andere bewijzen, overeen te komen tussen de producent en de klant, noodzakelijk maakt.
De normen hebben echter een verplicht karakter indien ze als referentie worden vermeld in reglementaire teksten zoals bestekken of gelijkwaardige documenten, openbare aanbestedingen of speciale overeenkomsten. In dat geval volstaat het de referentie van het nummer van de norm en het jaar te gebruiken.
De volgende normen betreffende brand zijn van toepassing in Belgïe. Bovendien moeten de normen Eurocodes toevoegen (zie 'De Eurocodes').
Nummer van de norm | Specificaties |
---|---|
Brandpreventie van gebouwen | |
NBN S 21-201 | Brandpreventie in gebouwen - Terminologie |
NBN S 21-202 | Brandpreventie in gebouwen - Hoge gebouwen en middelhoge gebouwen : algemene eisen |
NBN S 21-203 | Brandpreventie in gebouwen - Brandreactie van materialen - Hoge gebouwen en middelhoge gebouwen |
NBN S 21-204 | Brandpreventie in gebouwen - Schoolgebouwen - Algemene eisen en brandreactie |
NBN S 21-205 | Brandpreventie in gebouwen - Hotels en gelijksoortige gebouwen - Algemene eisen |
« Passieve » brandpreventie (gebouw) | |
Brandreactie | |
Brandweerstand | |
|
|
« Actieve » brandpreventie (uitrusting van het gebouw) | |
Branddetectie | |
NBN EN 14604 | Rookmelders (rookdetectie in woningen) |
NBN EN 54-1 tot -18 | Branddetectie- en brandmeldinstallaties |
NBN S 21-100-1 | Branddetectie- en brandmeldsystemen - Deel 1: Regels voor de risicoanalyse en de evaluatie van de behoeftes, de studie en het ontwerp, de plaatsing, de indienststelling, de controle, het gebruik, het nazicht en het onderhoud |
NBN S 21-100-2 | Branddetectie- en brandmeldsystemen - Deel 2: Kwalificaties en competenties |
Automatische brandblusinstallaties | |
NBN EN 12845 | Vaste brandblusinstallaties - Automatische sprinklersystemen - Berekening, installatie en onderhoud |
NBN 12259-1 tot 5 | Vaste blusinrichtingen - Onderdelen voor sprinklers en watersproeiinrichtingen |
NBN EN 12094-1 tot 16 | Vaste brandbestrijdingsstelsels - Bouwdelen voor blusstelsels met gasvormige blusmiddelen |
NBN EN 12416-1 en -2 | Vaste brandbestrijdingsstelsels - Poederstelsels |
Warmte- en rookafvoer (RWA) | |
NBN S 21-208-1 |
Brandbeveiliging van gebouwen - Ontwerp en berekening van rook- en warmteafvoerinstallaties (RWA) - Deel 1 : Grote onverdeelde ruimten met een bouwlaag |
NBN S 21-208-2 | Brandbeveiliging in gebouwen - Ontwerp van rook- en warmteafvoerinstallaties (RWA) in overdekte parkeergebouwenen |
NBN S 21-208-3 | Brandbeveiliging in gebouwen - Verluchtingsopeningen in binnentrappehuizen |
NBN EN 12101-1 | Installaties voor rook- en warmtebeheersing - Deel 1 : Specificatie voor rookgordijnen |
NBN EN 12101-2 | Installaties voor rook- en warmtebeheersing - Deel 2: Specificatie voor natuurlijke rook- en warmetafvoerinstallaties + Belgische bijlage |
NBN EN 12101-3 | Installaties voor rook- en warmtebeheersing - Deel 3: Voorschriften voor aangedreven rook- en warmteafzuigtoestellen |
CEN/TR 12101-5 | Installaties voor rook- en warmtebeheersing - Deel 5 : Richtlijnen voor ontwerp en berekening van rook- en warmteafvoerinstallaties |
NBN EN 12101-6 | Installaties voor rook- en warmtebeheersing - Deel 6: Voorschrifen voor drukverschilsystemen - Kits |
Niet-volledige lijst van de belangrijkste normen op het vlak van brandpreventie in gebouwen.
Er dient opgemerkt te worden dat bovenop deze normen in de praktijk nog de voorschriften voor liften komen (reglement CEA (Europees Comité voor het verzekeringswezen www.assuralia.be of www.cea-belgium.be).