-
1. Afb. 1. Aansluiting aan de vrije zijrand van een hellend dak (verticale snedes)
Legende:
A. Bestaande situatie
1. Gevelmetselwerk - 2. Spouw (hol)
- 3. Dragend metselwerk
- 4. Dakbedekking
- 5. Panlatten, tengellatten
- 6. Onderdak
- 7. Keper
- 8. Gording
-
2. Afb. 2. Aansluiting aan de vrije zijrand van een hellend dak (verticale snedes)
Legende:
B. Situatie na renovatie – optie 1: isolatie van de muurkop zonder afslijpen
8. Gording - 9. Spouwisolatie
- 10. Buitenisolatie (ETICS)
- 11. Afwerking (ETICS)
- 12. Geïsoleerde dakladder
- 13. Metalen afdekkap
- 14. Strook onderdakfolie
- 15. Tussengevoegde isolatie van het dak
- 16. Slab
- 17. Dampscherm
- 18. Verdubbelde keper
-
3. Afb. 3. Aansluiting aan de vrije zijrand van een hellend dak (verticale snedes)
Legende:
C. Situatie na renovatie – optie 2: isolatie van de muurkop met afslijpen
8. Gording - 9. Spouwisolatie
- 10. Buitenisolatie (ETICS)
- 11. Afwerking (ETICS)
- 12. Geïsoleerde dakladder
- 15. Tussengevoegde isolatie van het dak
- 17. Dampscherm
- 18. Verdubbelde keper
- 19. Randprofiel
- 20. Afgeslepen metselwerk
Voor de algemene aanbevelingen omtrent de renovatie van een spouwmuur met behulp van een ETICS verwijzen we de lezer naar TV 295.
Renovatiestrategie
Een goede coördinatie van de gevel- en dakwerken is essentieel. De gevelwerken gaan doorgaans van start na de dakwerken.
Bepaalde keuzes en oplossingen zullen afhankelijk zijn van het feit of de dakbedekking al dan niet vervangen wordt. Indien een dergelijke vervanging overwogen wordt, dan geniet het de voorkeur om het dak langs buiten te isoleren volgens het sarking-procedé. Deze techniek laat immers toe om de continuïteit van de isolatie langs de buitenkant van de gebouwschil te waarborgen. De principes van deze oplossing staan vermeld in detailfiche 1399.
Deze fiche onderzoekt het geval waarbij de dakbedekking niet vervangen wordt, met andere woorden de situatie waarbij het dak langs binnen geïsoleerd wordt.
Aanpassing van de geometrie
De dakrand moet aangepast worden om de nodige bescherming boven het ETICS te waarborgen en de correcte behandeling van de bouwknoop mogelijk te maken. Een of meerdere rijen dakpannen zullen herplaatst moeten worden. De dakoversteek moet op zijn beurt toereikend zijn om de plaatsing van het ETICS toe te laten en de blootstelling ervan aan vocht te beperken.
Continuïteit van de isolatie
De ingreep bestaat erin om de muurkop te isoleren teneinde koudebruggen ter hoogte van de dakrand te vermijden (zie nr. 15 in de afbeeldingen 2 en 3). Hiertoe dient men het ETICS tot tegen de bekleding van de dakoversteek aan te sluiten (zie TV 257 en TV 279) en toe te zien op de correcte aansluiting van de isolatielagen.
Hierna stellen we twee opties voor.
Optie 1 – Isolatie van de muurkop zonder afslijpen
De isolatie wordt aangebracht op de muurkoppen (dragend metselwerk en gevelmetselwerk). Er moet in een uitbreiding van het daktimmerwerk (dakladder, zie nr. 12 in de afbeeldingen 2 en 3) voorzien worden die zodanig ontworpen en uitgevoerd wordt dat ze de nieuwe afdekkap ondersteunt. De isolatie en de dakladder moeten de isolatie tussen de kepers van het hellende dak over minstens de helft van de dikte d van de dakrandisolatie (zie afbeelding 2) overlappen. De dakladder mag in geen geval door het ETICS ondersteund worden.
De te beschouwen isolatiedikte zal afhankelijk zijn van de uitvoeringsomstandigheden. Men dient toe te zien op een correcte verbinding tussen de nieuwe afdekkap en de aangrenzende dakbedekking.
Optie 2 – Isolatie van de muurkop met afslijpen
Bij optie 2 (afbeelding 3) worden de muurkoppen (dragend metselwerk en gevelmetselwerk) afgeslepen teneinde de dakbedekking tot boven het ETICS te kunnen verlengen. Vervolgens moet er in een uitbreiding van het daktimmerwerk voorzien worden. Deze laatste mag in geen geval door het ETICS ondersteund worden.
Downloads
- TV 257
- TV 279
- TV 295
- Detailfiche 1399
