Afdichting van doorvoeringen van kabels, kabelbundels of kabelgoten in brandwerende massieve muren met een brandwerend tweecomponentenschuim

Terug naar : bouwdetails

Referentienummer:
1544
Publicatiedatum:
18-10-2024
Bouwelementen:
Draagstructuur:

  • 1. Afb. 1 : Afdichting van een doorvoering van een kabel, kabelbundel of kabelgoot in een brandwerende massieve muur met een brandwerend tweecomponentenschuim

    Legende

    1. Massieve muur
  • 2. Kabel, kabelbundel of kabelgoot
  • 3. Uitsparing en speling
  • 4. Brandwerend tweecomponentenschuim
  • 5. Ophangconstructie van de kabel, kabelbundel of kabelgoot

1. Massieve muur

De massieve muur moet ofwel in overeenstemming zijn met een gestandaardiseerde massieve muur, ofwel met een gelijkaardige massieve muur. Het gebruik van andere massieve muren is toegelaten, op voorwaarde dat dit gevalideerd wordt in de voorschriften van de fabrikant* van de brandwerende voorziening die in de muur aangebracht wordt.

2. Kabel, kabelbundel of kabelgoot

De eigenschappen van de kabel, kabelbundel of kabelgoot moeten in overeenstemming zijn met de voorschriften van de fabrikant*. Daarin moet de volgende informatie opgenomen zijn:
- het kabeltype, eventueel in een elektro-installatiebuis
- de maximaal toegelaten diameter (buitendiameter, diameter van de geleider). Voor kabelbundels wordt het maximale aantal kabels en de maximale diameter van de kabels aangegeven
- de afmetingen (b x l x h) en de dikte van de kabelgoot (bv. 60 x 500 x 60 – 1,5 mm).

Doorgaans loopt de kabel, kabelbundel of kabelgoot loodrecht doorheen de wand. Een schuine doorvoering is alleen mogelijk als dit is toegestaan in de voorschriften van de fabrikant*, onder voorbehoud van eventuele aanpassingen aan de brandwerende voorziening (ligging, afmetingen ...).

3. Uitsparing en speling

De afmetingen van de uitsparing en de spelling tussen de uitsparing en de kabel, kabelbundel of kabelgoot moeten vermeld worden in de voorschriften van de fabrikant*:
- de afmetingen van de uitsparing in de massieve muur moeten kleiner dan of gelijk aan de afmetingen van de geteste uitsparing zijn (bv. 600 x 600 mm of 400 x 400 mm)
- de afstand tussen de kabel, kabelbundel of kabelgoot en de randen van de uitsparing moet groter dan of gelijk aan de geteste afstand zijn.

Voor meer informatie dient men de voorschriften van de fabrikant* te raadplegen.

4. Brandwerend tweecomponentenschuim

De afdichting van de ruimte tussen de leiding en de uitsparing in de massieve muur wordt gerealiseerd met een brandwerend tweecomponentenschuim (getest volgens de norm NBN EN 1366-3).

Alle spleten die gevormd worden door het (de) doorgevoerde element(en) moeten dichtgestopt worden tot de minimale dikte die opgegeven is in de voorschriften van de fabrikant*.

Indien de muur echter smaller is dan deze minimale dikte, dient het overtollige schuim ondersteund te worden. In dat geval wordt de dikte van de muur opgevoerd door middel van gips- of calciumsilicaatplaten om het schuim te ondersteunen in overeenstemming met de voorschriften van de fabrikant*.

5. Ophangconstructie van de kabel, kabelbundel of kabelgoot

De kabel, kabelbundel of kabelgoot dient ondersteund en bevestigd te worden volgens de regels van goed vakmanschap. De ophangingen moeten zo dicht mogelijk bij de massieve muur liggen (in principe op een maximale afstand van 500 mm – zie de voorschriften van de fabrikant*).

* Opgesteld op basis van het classificatierapport.



Gerelateerde bouwdetails

Gerelateerde publicaties