Afdichting van doorvoeringen van brandbare leidingen in brandwerende massieve houten muren met isolatieschalen en eventueel een brandwerende coating

Terug naar : bouwdetails

Referentienummer:
1555
Publicatiedatum:
18-10-2024
Bouwelementen:
Draagstructuur:

  • 1. Afb. 1 : Afdichting van een doorvoering van een brandbare leiding in een brandwerende massieve houten muur met een isolatieschaal en eventueel een brandwerende coating

    Legende

    1. Massieve houten muur
  • 2. Brandbare leiding
  • 3. Uitsparing en speling
  • 4. Afdichting
  • 5. Brandwerende isolatieschaal en bevestiging
  • 6. Ophangconstructie
  • 7. Eventuele coating (op de muur/leiding/isolatieschaal)
  • 1. Massieve houten muur
  • 2. Afb. 2 : Afdichting van een doorvoering van een brandbare leiding in een brandwerende massieve houten muur met een isolatieschaal en eventueel een brandwerende coating

    Legende

    1. Massieve houten muur
    2. Brandbare leiding
  • 3. Uitsparing en speling
  • 4. Afdichting
  • 5. Brandwerende isolatieschaal en bevestiging
  • 6. Ophangconstructie
  • 7. Eventuele coating (op de muur/leiding/isolatieschaal)

1. Massieve houten muur

De brandwerende massieve houten muur moet voldoen aan de voorwaarden in de voorschriften van de fabrikant* van de brandwerende voorziening die in de muur aangebracht wordt (dikte, dichtheid, aantal lagen ...).

2. Brandbare leiding

De eigenschappen van de brandbare leiding moeten in overeenstemming zijn met de voorschriften van de fabrikant*. Daarin moet aangegeven zijn uit welk materiaal de leiding opgebouwd is (pvc, PE, PP …), en wat de minimale en maximale diameter en wanddikte ervan is.

Over het algemeen loopt de leiding loodrecht doorheen de wand. Een schuine doorvoering is alleen mogelijk als dit is toegestaan in de voorschriften van de fabrikant*, onder voorbehoud van eventuele aanpassingen aan de brandwerende voorziening (plaats, afmetingen ...).

3. Uitsparing en speling

De uitsparing in de massieve houten muur wordt uitgevoerd met behulp van een geschikt gereedschap, afhankelijk van de afmetingen van de uitsparing.

Het verschil tussen de diameter van de uitsparing en de diameter van de leiding (of van de isolatieschaal indien deze doorloopt doorheen de muur) mag niet groter zijn dan de waarde die vermeld staat in de voorschriften van de fabrikant*.

4. Afdichting

De afdichting van de ruimte tussen de leiding of de isolatieschaal (indien deze doorloopt doorheen de muur) en de uitsparing in de muur wordt gerealiseerd zoals aangegeven in de voorschriften van de fabrikant* (afdichten met mortel, door middel van rotswolplaten …). De te voorziene afdichting is afhankelijk van de speling tussen de leiding of de isolatieschaal en de uitsparing.

Tenzij de voorschriften van de fabrikant* andere bepalingen bevatten (bv. speling kleiner dan een bepaalde waarde), moet deze ruimte in principe altijd afgedicht worden.

In overeenstemming met de voorschriften van de fabrikant* moet de rand van de massieve houten muur over de volledige dikte beschermd worden door middel van bijvoorbeeld een kader uit onbrandbare platen. In dat geval bevatten de voorschriften van de fabrikant* meer uitvoeringsspecificaties (bv. welk type plaat er gebruikt moet worden, de dikte [mm], de eventuele beschermingsindex K² 10/30 ...).

5. Isolatieschaal en bevestiging

De eigenschappen van de – al dan niet van een brandwerende coating voorziene – isolatieschaal moeten in overeenstemming zijn met de voorschriften van de fabrikant*. Hierin moet gepreciseerd worden wat de minimale densiteit [kg/m³], de minimale dikte [mm] en de brandreactieklasse (A1, A2-s1, d0 … volgens de norm NBN EN 13501-1) van de isolatieschaal is en over welke lengte deze minstens rondom de brandbare leiding aangebracht moet worden (al dan niet aan weerszijden van de massieve houten muur).

De isolatieschaal moet bevestigd worden zoals beschreven in de voorschriften van de fabrikant*.

6. Ophangconstructie van de leiding

De leiding dient ondersteund en bevestigd te worden volgens de regels van goed vakmanschap. De ophangingen moeten zo dicht mogelijk bij de massieve houten muur liggen (in principe op een maximale afstand van 500 mm – zie de voorschriften van de fabrikant*).

7. Brandwerende coating

De isolatieschaal, de massieve houten muur en/of de leiding moeten eventueel ingesmeerd worden met een brandwerende coating. In voorkomend geval dienen de voorschriften van de fabrikant* de nodige informatie te bevatten met betrekking tot de te gebruiken coating, de dikte [mm] en de lengte waarover deze aangebracht dient te worden.

* Opgesteld op basis van het classificatierapport.



Gerelateerde bouwdetails

Gerelateerde publicaties