Afdichting van doorvoeringen van brandbare leidingen in brandwerende massieve houten vloeren met brandwerende opbouwmanchetten

Terug naar : bouwdetails

Referentienummer:
1564
Publicatiedatum:
18-10-2024
Bouwelementen:
Draagstructuur:

  • 1. Afb. 1 : Afdichting van een doorvoering van een brandbare leiding in een brandwerende massieve houten vloer met behulp van een brandwerende opbouwmanchet

    Legende

    1. Massieve houten vloer
  • 2. Brandbare leiding
  • 3. Uitsparing en speling
  • 4. Afdichting
  • 5. Brandwerende manchet

1. Massieve houten vloer

De brandwerende massieve houten vloer moet voldoen aan de voorwaarden in de voorschriften van de fabrikant* van de brandwerende voorziening die in de vloer aangebracht wordt (dikte, dichtheid, aantal lagen ...).

2. Brandbare leiding

De eigenschappen van de brandbare leiding moeten in overeenstemming zijn met de voorschriften van de fabrikant*. Daarin moet aangegeven zijn uit welk materiaal de leiding opgebouwd is (pvc, PE, PP …), en wat de minimale en maximale diameter en wanddikte ervan is. Indien de leiding een aanzienlijke wanddikte vertoont, zal het noodzakelijk zijn een brandwerende manchet met een groter drukopbouwend vermogen te gebruiken.

Over het algemeen loopt de leiding loodrecht doorheen de vloer. Een schuine doorvoering is alleen mogelijk als dit is toegestaan in de voorschriften van de fabrikant*, onder voorbehoud van eventuele aanpassingen aan de brandwerende voorziening (plaats, afmetingen ...).

3. Uitsparing en speling

De uitsparing in de massieve houten vloer wordt uitgevoerd met behulp van een geschikt gereedschap, afhankelijk van de afmetingen van de uitsparing.

Het verschil tussen de diameter van de uitsparing en de diameter van de manchet mag niet groter zijn dan de waarde die vermeld staat in de voorschriften van de fabrikant*.

4. Afdichting

De afdichting van de ruimte tussen de leiding en de uitsparing in de massieve houten vloer wordt gerealiseerd zoals aangegeven in de voorschriften van de fabrikant* (een brandwerende kit aanbrengen, opstoppen met rotswol …).

De te voorziene afdichting is afhankelijk van de speling tussen de leiding en de uitsparing. Tenzij de voorschriften van de fabrikant* andere bepalingen bevatten (bv. speling kleiner dan een bepaalde waarde), moet deze ruimte in principe altijd afgedicht worden.

5. Bevestiging van de brandwerende manchet

Tijdens een brand moeten opbouwmanchetten op hun plaats blijven (d.w.z. tegen de massieve houten vloer). De bevestigingsmiddelen die gebruikt worden voor de montage van de manchetten moeten in overeenstemming zijn met de voorschriften van de fabrikant*. Dit impliceert gewoonlijk dat ze bestand moeten zijn tegen hoge temperaturen en dat ze bij brand niet mogen smelten. Daarom bestaan ze bij voorkeur uit staal (bv. schroeven, doorgaande draadstangen …).

De bevestigingen zitten diep genoeg in het hout om de manchetten op hun plaats te houden, zelfs als de massieve houten vloer verkoolt.

6. Ophangconstructie van de leiding (niet zichtbaar op de afbeelding)

De brandweerstand van een massieve houten vloer wordt beoordeeld aan de hand van een brand onder de massieve houten vloer (‘brand van onder naar boven’). Langs de onderzijde van de vloer dient dan ook steeds een opbouwmanchet geplaatst te worden. In sommige gevallen kan een dergelijke manchet ook langs de bovenzijde of langs beide zijden voorzien worden (zie de voorschriften van de fabrikant*).

De brandwerende manchet wordt rond de leiding aangebracht en moet goed aansluiten op de diameter van de leiding. De exacte speling is terug te vinden in het de voorschriften van de fabrikant*.

De leiding dient ondersteund en bevestigd te worden volgens de regels van goed vakmanschap.

* Opgesteld op basis van het classificatierapport.



Gerelateerde bouwdetails

Gerelateerde publicaties