1. Massieve houten vloer
De brandwerende massieve houten vloer moet voldoen aan de voorwaarden in de voorschriften van de fabrikant* van de brandwerende voorziening die in de vloer aangebracht wordt (dikte, dichtheid, aantal lagen ...).
2. Kabel of kabelbundel
De eigenschappen van de kabel of kabelbundel moeten in overeenstemming zijn met de voorschriften van de fabrikant*. Daarin moet de onderstaande informatie vermeld worden:
- het kabeltype (de resultaten van de uitgevoerde proeven op koperen of aluminium kabels kunnen naar alle gangbare kabels geëxtrapoleerd worden)
- de maximaal toegelaten diameter (buitendiameter en diameter van de geleider). Voor kabelbundels wordt het maximale aantal kabels en de maximale diameter van de kabels aangegeven.
Doorgaans loopt de kabel of kabelbundel loodrecht doorheen de vloer. Een schuine doorvoering is alleen mogelijk als dit is toegestaan in de voorschriften van de fabrikant*, onder voorbehoud van eventuele aanpassingen aan de brandwerende voorziening (plaats, afmetingen ...).
3. Uitsparing en speling
De uitsparing in de massieve houten vloer wordt uitgevoerd met behulp van een geschikt gereedschap, afhankelijk van de afmetingen van de uitsparing.
Het verschil tussen de diameter van de uitsparing en de diameter van de kabel of kabelbundel moet gespecificeerd worden in de voorschriften van de fabrikant*. De speling tussen de uitsparing en de kabel of kabelbundel mag niet te groot zijn.
4. Afdichting
De afdichting van de ruimte tussen de kabel of kabelbundel en de uitsparing in de massieve houten vloer wordt gerealiseerd zoals aangegeven in de voorschriften van de fabrikant* (afdichten met mortel, door middel van rotswolplaten …).
Tenzij de voorschriften van de fabrikant* andere bepalingen bevatten (bv. speling kleiner dan een bepaalde waarde), moet deze ruimte in principe altijd afgedicht worden.
5. Brandwerende opbouwmanchet
Plaatsing
De brandweerstand van een vloer wordt beoordeeld aan de hand van een brand onder de vloer (‘brand van onder naar boven’). Langs de onderzijde van de vloer dient dan ook steeds een opbouwmanchet geplaatst te worden. In sommige gevallen kan een opbouwmanchet ook langs de bovenzijde of langs beide zijden voorzien worden, hiervoor verwijzen we naar de voorschriften van de fabrikant*.
De brandwerende manchetten worden rond de kabel of kabelbundel aangebracht en moeten goed aansluiten op de diameter van de kabel of kabelbundel (raadpleeg de voorschriften van de fabrikant* om de exacte speling te kennen).
Bevestiging
Tijdens een brand moeten opbouwmanchetten op hun plaats blijven (d.w.z. tegen de massieve houten vloer). De bevestigingsmiddelen die gebruikt worden voor de montage van de manchetten moeten in overeenstemming zijn met de voorschriften van de fabrikant*. Dit impliceert gewoonlijk dat ze bestand moeten zijn tegen hoge temperaturen en dat ze bij brand niet mogen smelten. Daarom bestaan ze bij voorkeur uit staal (bv. schroeven, doorgaande draadstangen …).
De bevestigingen zitten diep genoeg in het hout om de manchetten op hun plaats te houden, zelfs als de massieve houten vloer verkoolt.
6. Ophangconstructie van de kabel of kabelbundel (niet zichtbaar op de afbeelding)
De kabel of kabelbundel dient ondersteund en bevestigd te worden volgens de regels van goed vakmanschap.
* Opgesteld op basis van het classificatierapport.