Het gaat hier om de thermische renovatie van een industrieel gebouw, waarbij het schrijnwerk geplaatst is in een gevel die opgebouwd is met wandelementen uit cellenbeton. Men dient te controleren of de cellenbetonwand voldoende sterk is om er een gevel mechanisch aan te verankeren. Er wordt nagegaan of het bestaande buitenschrijnwerk en de beglazing nog voldoen aan de huidige wensen op gebied van energieprestaties en mechanische sterkte. Indien het schrijnwerk behouden blijft, dient de positie ten opzichte van de nieuwe isolatieschil bekeken te worden. De thermische onderbreking van het schrijnwerk sluit bij voorkeur aan op de bijkomend geplaatste thermische isolatie. Indien bij de plaatsing van bestaand schrijnwerk geopteerd wordt voor een nieuw stelkader, moet nagegaan worden of de bestaande opening in de gevel uit cellenbetonpanelen dit toelaat en of er geen aanpassingen nodig zijn. Wanneer hierbij een wapening doorgeslepen wordt, dient deze opnieuw beschermd te worden.
Het stelkader wordt op het buitenschrijnwerk bevestigd voordat het geplaatst wordt. De luchtdichtheid tussen het stelkader en het buitenschrijnwerk wordt verwezenlijkt door beide met elkaar te verkleven door middel van een continu aangebrachte samendrukbare voeg of een verlijming. Rondom het stelkader wordt de continuïteit van de thermische isolatie verwezenlijkt door middel van een schuimvormig isolatiemateriaal. Aan de buitenzijde wordt de isolatieschil achteraf voorzien, zodat deze zorgvuldig aangesloten kan worden op de buitenkant van het stelkader. Het is noodzakelijk dat de betrokken aannemers op de hoogte gebracht worden van deze uitvoeringsvolgorde. De isolatie wordt bevestigd met pluggen die geschikt zijn voor toepassing in cellenbeton. Ook de bevestigingen die aangewend worden om het stelkader vast te maken aan de cellenbetonpanelen dienen geschikt te zijn voor gebruik in cellenbeton. Het regenscherm heeft een dubbele functie: enerzijds de regendichtheid van de gevel waarborgen en anderzijds windspoeling (wat de thermische prestaties kan verminderen) rond de isolatie vermijden.
Het achterwege laten van een regenscherm geschiedt in samenspraak met de fabrikant, die aantoont dat dit mogelijk is in zijn gevelsysteem. Voor de aansluiting van het regenscherm met het buitenschrijnwerk verwijzen we tevens naar afbeelding 55 van TV 243. Het stelkader wordt tegen bevochtiging beschermd (a fortiori bij gebruik van een multiplex) door het regenscherm of, indien een regenscherm achterwege gelaten kan worden, door middel van een uitwendig membraan. Doorgaans wordt het latwerk doorheen de isolatieschil bevestigd met behulp van afstandschroeven volgens de aanbevelingen van de fabrikant. De afstandschroeven worden voorzien tegen afschuiving door ze met een helling naar buiten toe uit te voeren. Het latwerk dient verduurzaamd te worden conform de richtlijnen uit hoofdstuk 6 van TV 243. De dagafwerking aan de buitenzijde van de ramen dient de isolatie aan het zicht te onttrekken, maar zorgt indien nodig voor een afdoende ventilatieopening voor het gehanteerde type gevelbekleding. Het houten stelkader wordt bovenaan en aan de zijkanten verder doorgetrokken naar buiten om deze afwerking te kunnen plaatsen.
De luchtdichtheid van de wand hangt af van de binnenafwerking (bv. een bepleistering). Men zou deze ook kunnen bekomen door, alvorens de thermische isolatie te plaatsen, een luchtdichtheidsfolie langs de buitenzijde van de cellenbetonelementen aan te brengen. De luchtdichtheid van de raamaansluiting kan enerzijds bekomen worden door een stelkader aan te werken met luchtdichtsheidstape naar de cellenbetonwand en anderzijds door over de raamdoken een membraan aan te brengen en het af te werken met een sierlijst eroverheen. Indien aan de binnenzijde toch voorzien zou zijn om een binnenbepleistering aan te brengen, kan de binnenbepleistering tevens aansluiten op het raam door middel van een stopprofiel en kitvoeg.