Aandachtspunten
De algemene aspecten van de typologie van dragend isolerend metselwerk met een buitenbepleistering zijn opgenomen in de inleiding van de TV 290.
De typologie is specifiek en vereist bijgevolg bijzondere aansluitingsdetails:
- ter hoogte van de buitenbepleistering, gelet op het feit dat er bij deze typologie slechts een eentrapsdichting tegen de weersomstandigheden aanwezig is. Het is dus van groot belang dat de aansluitingsdetails van de buitenbepleistering op de andere gevelelementen robuust ontworpen en uitgevoerd worden
- voor het metselwerk en de aangrenzende bouwwerken teneinde de continuïteit van de isolatielaag te waarborgen.
De pleisterwerken beginnen gewoonlijk na de uitvoering van de dakwerken. In deze context dient men te waken over de goede aansluiting tussen de isolatielagen.
De aansluitingen op de dakrand moeten zodanig ontworpen en uitgevoerd worden dat het bovenste deel van de verticale wand beschermd wordt. Het kan hier gaan om een gevelpan of om andere dakrandafwerkingen. De dakoversteek moet bovendien voldoende groot zijn om de plaatsing van het bepleisteringssysteem toe te laten en de blootstelling ervan aan vocht te beperken. De druiplijst van de gevelpannen moet minstens 3 cm uitspringen ten opzichte van het afgewerkte gevelvlak.
De buitenbepleistering kan aangesloten worden tot tegen de randlat.