Dit is de te verkiezen oplossing om balustrades op de dakopstanden van platte daken en terrasdaken te plaatsen. De dakafdichting hoeft in dit geval immers niet doorboord te worden.
De stijfheid en de sterkte van de verankeringsstaven moet gecontroleerd worden om de vervorming van de balustrade bij belasting te beperken. Er moet een contramoer voorzien worden op de verankeringsstaven die tegendruk kan leveren bij het aandraaien van de bevestigingen van de balustrade. Dit is de te verkiezen oplossing om balustrades op de dakopstanden van platte daken en terrasdaken te plaatsen. De dakafdichting hoeft in dit geval immers niet doorboord te worden. De stijfheid en de sterkte van de verankeringsstaven moet gecontroleerd worden om de vervorming van de balustrade bij belasting te beperken.
Er moet een contramoer voorzien worden op de verankeringsstaven die tegendruk kan leveren bij het aandraaien van de bevestigingen van de balustrade. De opening tussen de balustrade en de dekstenen op de dakrand mag niet groter zijn dan 5 cm, conform de norm NBN B 03-004. De minimale beschermingshoogte van de balustrade wordt gerekend vanaf de bovenzijde van de dekstenen.
Bij tegels op tegeldragers moet de opstand van de dakafdichting minstens 5 cm hoger komen dan de vloerafwerking. Bij een hechtende terrasafwerking moet de opstand van de dakafdichting minstens 15 cm hoger komen dan het niveau van het afgewerkte dakvlak.
Voor de correcte uitvoering van de dakopstanden verwijzen we naar de TV 244.