Dakrand bij dakhellingen tussen 5 en 10 % met een randafwerking bij de goot. Bitumineuze afdichting

Terug naar : bouwdetails
Op deze pagina
Beschrijving

Om de winddichtheid van het dak te garanderen, moet de randzone bestand zijn tegen hogere windkrachten.

Men kan kiezen voor een strook bitumenafdichting (min. dikte 3 mm) of de onderlaag van een meerlaagse afdichting onder het dakprofiel te voorzien waarop de dakafdichting vervolgens gelast kan worden of men kan kiezen om eerst de afdichting te plaatsen (die aanvullend mechanisch wordt bevestigd door het dakrandprofiel) en daarna een afdichtingsstrook aan te brengen.

Bij een meerlaagse bitumineuze afdichting kan het dakrandprofiel eveneens tussen de onder- en toplaag aangebracht worden.

De opening tussen de bovenzijde van het profiel en de bitumineuze afdichting wordt met een bitumenpasta opgevuld. Het is in de praktijk immers niet mogelijk om het membraan tot tegen het einde van het profiel te lassen (vervuiling van de bovenrand).

De afdichting in de goot wordt volledig verlijmd of gevlamlast.

We verwijzen voor meer info omtrent de plaatsing van de dakrandprofielen naar TV 244, § 6.4.1.2.

Een wachtfolie is noodzakelijk om de continuïteit van de luchtdichtheid van de gebouwschil te verzekeren. De folie dient verbindbaar te zijn met het dampscherm enerzijds en het materiaal dat de luchtdichtheid van de wand verzekert (bv. pleisterwerk) anderzijds.



Gerelateerde publicaties