Het BIM-model

Tips voor het modelleren van een BIM-project

Een BIM-project begint natuurlijk niet direct met het maken van modellen. Als je het algemene proces raadpleegt, zie je dat er veel elementen moeten worden gedefinieerd voordat de gezamenlijke productie van informatie (en dus in het bijzonder de productie van modellen) kan beginnen.  

We nodigen de lezer uit om over deze stappen te lezen in de bijhorende artikels. Dit hoofdstuk richt zich op het informatieproductieproces (in het onderstaande diagram "gezamenlijke productie van informatie" genoemd). 

Tijdens de fase van gezamenlijke informatieproductie moet het ontwerpteam modellen leveren die de informatie bevatten die is gespecificeerd in de EIR (Exchange Information Requirements) en die voldoen aan de MIDP (Master Information Delivery Plan)

Om ervoor te zorgen dat deze modellen door alle partijen kunnen worden gebruikt en om het groeperen en coördineren ervan te vergemakkelijken, moeten er conventies worden gedefinieerd met betrekking tot de structuur op modelniveau en de structuur op het niveau van de elementen waaruit deze modellen bestaan.  

Advies over het structureren van het model: stel een gemeenschappelijk coördinatenstelsel op, aslijnen en rasters, een duidelijke onderverdelingsmethode, enz.  

Advies over het structureren van modelelementen: classificeer/structureer elementen, stel een duidelijke methode op voor het onderverdelen van elementen, geef de toestand van elementen aan, beschrijf materialen, enz. 

BIMids : een referentie voor jouw informatie-uitwisselingen

Classificatiesystemen en BIM

Met de toenemende toepassing van BIM hebben de verschillende partijen die betrokken zijn bij een project een nog grotere behoefte om gegevens te structureren, zodat ze op het juiste moment gebruik kunnen maken van de juiste informatie tijdens de ontwikkeling en levenscyclus van een project. Het gebruik van een classificatie- of structureringssysteem is hierbij een waardevol hulpmiddel. Het classificeren of structureren (van bijvoorbeeld de onderdelen van een digitaal model) is namelijk noodzakelijk als je in een overzichtelijke omgeving wilt werken en effectief wilt communiceren met de andere partijen. 

Buildwise identificeerde 3 soorten methoden om modellen te structureren (al dan niet gecombineerd). 

  • Methode 1: klassiek classificatiesysteem (zoals SfB, Uniclass, OmniClass, Cuneco Classification System (CCS), enz.) 
  • Methode 2: IFC (IFC-schemaklassen: IfcDoor, IfcWall, enz.) 
  • Methode 3: lastenboek/bestek coderingen (CCTB, VMSW, Regie der Gebouwen specificaties, enz.) 

Waarom is het belangrijk om informatie te structureren? 

BIM-modellen, als informatiebronnen over constructies, kunnen voor veel doeleinden worden gebruikt (zie onderstaande afbeelding), op voorwaarde dat ze goed zijn opgebouwd en gestructureerd. Het structureren van de gegevens in modellen en andere informatiebronnen is daarom cruciaal om het volledige potentieel van BIM te realiseren. 

Het structureren van gegevens (objecten) maakt het mogelijk om met de enorme hoeveelheid gegevens om te gaan en de complexiteit ervan terug te brengen tot een niveau dat voldoende beheersbaar is voor de gebruiker. Als gegevens gestructureerd zijn, kunnen ze gemakkelijker worden doorzocht, verwerkt en geanalyseerd. Uitwisselingen zijn ook eenvoudiger en efficiënter. 

Wat is een classificatiesysteem? Welke classificatiesystemen bestaan er in de bouwsector? 

Een classificatiesysteem gebruikt klassen om objecten met dezelfde kenmerken (eigenschappen) te groeperen.  

Classificeren is daarom een "proces dat bestaat uit het indelen van objecten in klassen die objecten met dezelfde kenmerken/eigenschappen groeperen" (definitie gebaseerd op ISO 22274:2013:Aspecten voor het ontwikkelen en internationaliseren van classificatiesystemen). 

De 3 soorten methoden die worden gebruikt om modellen te structureren:  

  1. Er zijn verschillende klassieke classificatiesystemen ontwikkeld in de bouwsector (BB/SfB (BE), NL/SfB (NL), Uniclass (UK), Omniclass (USA), Cuneco Classification System (CCS), enz.) Je kunt de analyse hiervan raadplegen in de onderstaande referentiedocumenten. 
  2. IFC is ook een middel om een model te structureren op dezelfde manier als een traditioneel classificatiesysteem. IFC wordt gebruikt als bestandsformaat voor het uitwisselen van modellen en het delen van informatie en vertaalt een BIM-model in een gestructureerde database op basis van het IFC-klassensysteem. Met andere woorden, door een model in IFC-formaat te exporteren, krijgen alle objecten in het model een IFC-klasse toegewezen en worden de kenmerken van deze objecten volgens deze klassen gestructureerd.  
  3. Modellen structureren met behulp van lastenboek/bestekcoderingen houdt in dat modelelementen worden gestructureerd volgens hun artikelcode.  

Waar kan ik de referentiedocumenten vinden? 

Raadpleeg de resultaten van de classificatiewerkgroep: 

Welk classificatiesysteem moet je kiezen? 

Uit analyse en vergelijking van de verschillende classificatiesystemen blijkt dat geen enkel conventioneel classificatiesysteem voldoet aan alle aanbevelingen van ISO 12006-2:2015, waarin wordt aanbevolen dat een classificatiesysteem best bruikbaar is voor alle belanghebbenden bij het project gedurende de hele levenscyclus van het gebouw (van ontwerp tot ontmanteling/renovatie), en het mogelijk zou moeten maken om alle soorten informatie (functioneel, geometrisch, kosten- en planninggerelateerd, enz.) te classificeren. Er bestaat op dit moment dus geen perfect systeem dat alles dekt. 

Daarom kan een combinatie van verschillende methoden worden gebruikt om het model te structureren: een model kan worden gestructureerd via één of meerdere klassieke classificatiesystemen, via IFC-klassen en via lastenboekcoderingen. 

Blok 1: klassieke classificatiesystemen 

Jammer genoeg is er niet één klassiek classificatiesysteem dat in het hele land gebruikt wordt. Er werd echter een consensus bereikt over de voordelen van het standaardiseren van het gebruik van een klassiek classificatiesysteem in België, ook al bestaat er geen perfect systeem. Na een stemming binnen de werkgroep van Buildwise werd besloten om besprekingen te starten met Nederland met het oog op een samenwerking (doelstelling: een verbeterd BE-NL/SfB). Merk op dat het doel een aanbeveling is en niet het opleggen van deze verbeterde gemeenschappelijke SfB.  

Blok 2: IFC-klassen 

Als IFC in een project wordt gebruikt om modellen uit te wisselen en informatie te delen, is het van vitaal belang dat de informatie met deze methode correct wordt gestructureerd. De Cluster Digital Construction heeft hierover aanbevelingen gepubliceerd op het BIMids-platform. Daarnaast wordt er gewerkt aan een IFC-gids. Deze zal met name informatie bevatten waarmee modelleurs een correct gestructureerd IFC-bestand kunnen exporteren en verkrijgen (publicatie gepland voor begin 2024). 

Blok 3: lastenboekcoderingen  

Deze methode is afhankelijk van het lastenboek/bestek dat voor het project wordt gebruikt. Er zijn verschillende systemen in België, elk met een eigen nummering/codering. Deze manier van structureren is alleen haalbaar in een vergevorderd stadium (voorbereiding voor de uitvoering) van het proces, omdat de technische specificaties dan al gedefinieerd moeten zijn. 

Lezers kunnen voor verdere informatie het gedeelte "Achtergrond" hieronder te raadplegen.

Geschiedenis 

Er werd eerst een werkgroep "WG Classificatie" opgericht als onderdeel van de Technisch Comité Digitaal Bouwen en de Cluster Digital Construction om te onderzoeken hoe een model moet worden gestructureerd. De eerste stap was het inventariseren van bestaande systemen (SfB, Cuneco, enz.). 

Toen deze lijst van systemen eenmaal was opgesteld, was een van de vragen die de werkgroep destijds stelde: "wat is het beste systeem”? 

In een poging deze vraag te beantwoorden heeft de groep een analyse gemaakt van 7 systemen en deze analyse eerst gepubliceerd in een monografie en vervolgens in een samenvattend document. Uit de analyse en vergelijking van de verschillende classificatiesystemen bleek dat er geen perfect systeem is dat alles dekt. Het werk van de groep werd daarom afgerond na de publicatie van deze analyse.  

Het werk werd in 2022 opnieuw opgestart om de volgende redenen: de kennis over de IFC verbeterde en er vonden gesprekken plaats met overheidsinstanties (Facilitair Bedrijf, Defensie, Beliris, enz.). 

In 2022 en 2023 vond dan een serie bijeenkomsten plaats binnen de Cluster Digital Construction. Verschillende gastsprekers legden in detail uit welk(e) structureringssysteem(en) zij op welk moment voor welke doeleinden met welke tools gebruikten.

We ondervonden dat er 3 soorten methoden worden gebruikt om modellen te structureren (al dan niet in combinatie met elkaar). 

  • Methode 1: klassiek classificatiesysteem (zoals SfB, Uniclass, OmniClass, Cuneco Classification System (CCS), enz.) 
  • Methode 2: IFC (IFC-klassen: IfcDoor, IfcWall, enz.) 
  • Methode 3: lastenboekcodering(zoals CCTB, VMSW, Regie der Gebouwenspecificaties, enz.) 

Belangrijke opmerking: de boodschap hier is niet dat het een verplichting is om deze 3 methodes te gebruiken, maar eerder dat deze 3 methodes vaak worden gebruikt (afzonderlijk of in combinatie) om modellen te structureren. Voor elk van de 3 methodes zijn aparte acties gelanceerd. 

  • Met betrekking tot methode 1 (klassiek classificatiesysteem) werd een consensus bereikt over de voordelen van het standaardiseren van het gebruik van een klassiek classificatiesysteem, ook al bestaat er geen perfect systeem. Na een stemming werd besloten om besprekingen te beginnen met Nederland met het oog op samenwerking (doel: een verbeterd BE-NL/SfB beschikbaar in beide talen in 2023). Ter herinnering: het doel is om een aanbeveling op te stellen en niet om deze verbeterde gemeenschappelijke SfB op te leggen.  
  • Met betrekking tot methode 2 (IFC) werd besloten om een IFC-handleiding op te stellen. 
  • Wat methode 3 (codificatie vanlastenboeken/bestekken) betreft, wordt momenteel een workshop georganiseerd met de eigenaars van de lastenboeken en leveranciers van softwareoplossingen, die begin 2024 zal plaatsvinden. 

Het doel van deze workshop is om de problemen te inventariseren die verband houden met het brede onderwerp van lastenboeken en..: 

  • welke problemen (geheel of gedeeltelijk) worden opgelost door "oplossingen" die op de markt verkrijgbaar zijn; 
  • welk probleem of welke problemen blijven bestaan (en dus niet worden gedekt door bestaande oplossingen).  

Het idee is om aan het einde van de workshop met alle deelnemers tot een gemeenschappelijke visie te komen. Dit houdt met name in dat er overeenstemming moet worden bereikt over "moeten de als hardnekkig geïdentificeerde problemen worden opgelost, ja of nee? Wie moet wat doen om ze op te lossen? “

BIM-modeluitwisseling en interoperabiliteit

Tijdens de gehele levenscyclus van een gebouw wordt het BIM-model gebruikt als medium voor het delen van informatie tussen de verschillende projectpartners. Om dit delen succesvol te laten verlopen, moet de informatie in het BIM-model niet alleen correct gestructureerd zijn, maar ook toegankelijk zijn voor alle partners, ongeacht de software die ze gebruiken.  

Of het nu tijdens de bouwfase of de exploitatiefase van een gebouw is, de projectpartners gebruiken meestal elk hun eigen software. Zelfs binnen één bedrijf is het mogelijk dat verschillende soorten software worden gebruikt voor verschillende doeleinden op basis van het BIM-model, zoals modellering, het raadplegen van informatie, coördinatie enzovoort. Daarom is het essentieel dat BIM-modellen tussen partners worden uitgewisseld in een bestandsformaat dat met elke software kan worden geopend en gelezen.  

Het IFC-formaat beantwoordt aan dit interoperabiliteitsprobleem, aangezien het een model dat in één softwarepakket is geproduceerd, vertaalt naar een bestand die door elk ander softwarepakket kan worden begrepen. Eenmaal geëxporteerd in IFC-formaat kan het BIM-model door alle partners worden geraadpleegd met de tools van hun keuze. Het IFC-formaat garandeert dus software-interoperabiliteit en een succesvolle informatie-uitwisseling.  

Dit maakt deel uit van de openBIM-aanpak, die als doel heeft de toegang tot, het gebruik en het beheer van projectgegevens te verbeteren. Het doel van openBIM is om alle partners in staat te stellen deel te nemen aan het project en informatie uit te wisselen, zelfs als ze verschillende software gebruiken. Hiervoor zijn verschillende internationaal gestandaardiseerde bestandsformaten ontwikkeld, zoals het bovengenoemde IFC-formaat voor het uitwisselen van modellen en het BCF-formaat voor het communiceren van coördinatie-informatie. 

Meer informatie is hier beschikbaar: