Detaillering van beglaasde balustrades op de dakopstand van platte daken - Bevestiging van vertikale stijlen op de dakopstand

Terug naar : bouwdetails

Referentienummer:
1326
Publicatiedatum:
25-09-2018
Bouwelementen:
Draagstructuur:
Bron:
Dossier 2018-3.5

  • 1. Balustrade
  • 2. Deksteen
  • 3. Vloeibare Afdichting
  • 4. Terrasafwerking
  • 5. Dakafdichting
  • 6. Thermische isolatie
  • 7. Dampscherm
  • 8. Hellingslaag
  • 9. Draagvloer
  • 10. Dragend metselwerk
  • 11. Spouwmuurisolatie
  • 12. Gevelmetselwerk

Wanneer men de balustrade bovenop de dakopstand aanbrengt, wordt de afdichting in een horizontaal vlak doorboord. Om voor de waterdichtheid van de doorboringen niet louter op de kit te moeten rekenen, wordt er naar een robuustere oplossing gezocht. De waterdichte aansluiting zou met behulp van een vloeibare afdichting gerealiseerd kunnen worden. Om na te gaan of deze vloeibare afdichting geschikt is voor de waterdichte verbinding met de dakafdichting en de stijlen (verenigbaarheid, eventuele noodzaak van een primer, overlappingslengte), dient men de nodige inlichtingen in te winnen bij de fabrikant van de vloeibare afdichting.

Conform de TV 244 moet de overlappingsbreedte tussen de vloeibare afdichting en een ander materiaal minstens 10 cm bedragen. De stijlen moeten in een voldoende dragende structuur bevestigd worden (hier de betonnen dakopstand). Hierdoor worden de dekstenen niet meer rechtstreeks belast. Een dergelijke detaillering heeft echter wel als nadeel dat de dekstenen pas na de plaatsing en de afdichting van de balustrades uitgevoerd kunnen worden. Zowel in de houten spouwafdekking als in de dekstenen wordt er ter hoogte van de stijlen een uitsparing gemaakt. De afmetingen van de dekstenen dienen afgestemd te worden op de afstand tussen de balkonstijlen.

Vermits de verticale stijlen onderaan niet gedraineerd kunnen worden, moeten er bij voorkeur volle stijlen gebruikt worden om vorstschade ten gevolge van ingesloten water te vermijden. Om de continuïteit van de thermische isolatie van de dakopstand te garanderen, moet de betonnen opstand thermisch geïsoleerd worden. De impact van de doorboring van deze isolatie door de stijlen kan beperkt worden door een thermisch isolerend, drukvast plaatmateriaal te voorzien. Men dient er rekening mee te houden dat een eventuele herstelling of vervanging van de balustrades bij deze detaillering vrij grote ingrepen vergt.

Bij tegels op tegeldragers moet de opstand van de dakafdichting minstens 5 cm hoger komen dan de vloerafwerking.

Bij een hechtende terrasafwerking moet de opstand van de dakafdichting minstens 15 cm hoger komen dan het niveau van het afgewerkte dakvlak.

De minimale opstandhoogte zou gereduceerd kunnen worden wanneer er tegen de dakopstanden een voldoende open structuur, zoals een rooster of een goot, voorzien wordt om een vlotte waterafvoer te waarborgen. De terrasafwerking dient niettemin steeds onder het niveau van de opstand van de dakafdichting te blijven.

Voor de correcte uitvoering van de dakopstanden verwijzen we naar de TV 244. De stapsgewijze uitvoering van een balustrade waarbij de stijlen rechtstreeks in de dragende structuur bevestigd worden, wordt in de onderstaande afbeeldingen verduidelijkt.

1326_DET2_20180925.svg
1326_DET3_20180925.svg
1326_DET4_20180925.svg


Gerelateerde publicaties