Spouwmuur: aansluiting van een muurvoet met een vloerplaat op een kelder die behoort tot het beschermde volume

Wanneer de kelder tot het beschermde volume van het gebouw behoort, dan dient men de continuïteit van de isolatielagen aan de muurvoet te verzekeren door het respecteren van een minimale contactlengte. Vanuit een thermisch oogpunt bestaat de beste oplossing erin om de isolatielagen van de kelder en de spouwmuur maximaal op elkaar aan te sluiten. Dit impliceert dat de contactlengte tussen beide isolatielagen (dcontact) zo groot mogelijk zou moeten zijn.

Uit praktische overwegingen bestaat de mogelijkheid om enigszins af te wijken van de thermisch ideale situatie, voor zover dcontact = [min (d1,d2)]/2 (22).

Het steunprofiel voor het gevelmetselwerk dient mechanisch in de kelderwand bevestigd te worden. Deze plaatselijke onderbrekingen van de afdichting vormen normaliter geen probleem, aangezien ze zich boven het grondwaterpeil bevinden en bij het bevestigen van het profiel afgedicht kunnen worden.

Voor de toepassing van metselwerkprofielen onder het maaiveld verwijzen we naar detail nr. 4.5 (TV 264 p. 66). Een alternatieve oplossing kan erin bestaan om het metselwerkprofiel boven het maaiveld aan te brengen, en aan de gevelvoet bijvoorbeeld een mechanisch bevestigde of op een geschikte isolatie verlijmde gevelplint te voorzien. Gelet op de aanzienlijke excentrische krachtwerking ter hoogte van het profiel moet de stabiliteit van het dragende metselwerk geverifieerd worden. Ter bevestiging van het profiel zal het in vele gevallen noodzakelijk zijn om een betonnen plint aan te brengen in de draagmuur.

(22) dcontact = de contactlengte van de isolatielagen, gemeten tussen de koude en de warme zijde. d1 en d2 = de respectievelijke diktes van de isolatielagen van de twee aangrenzende scheidingsconstructies.