- 1. Thermische isolatie (waarvan de dikte afgestemd dient te worden op de geldende thermische regelgeving)
- 2. Sokkel
- 3. Zware apparatuur
- 4. Dakafdichting
- 5. Stelplaatjes en aangepaste bouten
- 6. Dampscherm (zie TV 215, hoofdstuk 6)
- 7. Eventuele compartimentering van de thermische isolatie
Bij bepaalde plastomeertypes dient men tussen de afdichting en een niet-gecacheerde EPS- of PUR-dakisolatie een scheidingslaag aan te brengen om te vermijden dat de weekmakers uit de dakafdichting zouden migreren (zie technische specificaties van de fabrikanten).