Typeoplossing C: Hangende toiletpotten.

De bovenstaande abeelding illustreert de plaatsingsvoorschriften voor het afdichten van doorvoeringen van afvoerleidingen, en eventueel toevoerleidingen, van hangende toiletpotten.

1. Muur uit beton of metselwerk

De muur moet uitgevoerd zijn in beton of metselwerk. De doorvoeren zijn maximaal EI 30, zodat de eis voor de muur de muur maximaal:
- (R)EI 60 mag zijn als het een wand van een technische koker is
- (R)EI 30 mag zijn als het een wand tussen twee compartimenten is.

De typeoplossing geldt niet voor rechtstreekse bevestiging op een inbouwreservoir.

2. Leidingen

De eigenschappen van de afvoerleiding moeten beantwoorden aan de volgende criteria:
- maximale diameter: 110 mm
- type: alle mogelijke types brandbare (pvc, PE …) en onbrandbare leidingen (staal …).

Dit zijn de eigenschappen van de spoelleiding van het toilet:
- geen maximale diameter, mits de doorvoering en de afdichting ervan volledig beschermd zijn door de toiletpot
- type: alle mogelijke types brandbare (pvc, PE …) en onbrandbare leidingen (staal …).

3. Uitsparing en speling

Bijlage 7 van het KB ‘Basisnormen’ geeft geen specifieke informatie over de toegelaten speling rondom de leiding. Het is aangeraden dat het verschil tussen de diameter van de uitsparing en die van de leiding niet groter is dan 50 mm. De speling tussen de leiding en de wand moet minstens 10 mm bedragen, opdat de afdichting correct uitgevoerd zou kunnen worden.

4. Afdichting

De afdichting van de speling tussen de leiding(en) en de uitsparing in de wand wordt gerealiseerd door middel van rotswol, gips- of cementmortel. De uitvoeringsdetails zijn terug te vinden in de fiches A.3, A.4 en B.1.

5. Spoelreservoir

Het spoelreservoir kan aan weerszijden van de brandwerende wand geplaatst worden, maar niet erin ingewerkt.

6. Toiletpot

Het hangtoilet moet gemaakt zijn van een onbrandbaar materiaal (keramiek, roestvrij staal ...) en moet tegen de muur bevestigd worden.